maandag 23 maart 2015

ZWOEGEN NAAR DE VOET VAN DE FRANZ JOSEF GLACIER


Het bloggen is geen feest vanuit het Lake Matheson Motel bij Fox Glacier. Daar reis je dan 20.000 kilometer voor. De Wifi is op sterven na dood. We geven de moed op. Vandaar dat jullie de blogs over de afgelopen dagen later te zien krijgen. Pas vanuit Hanmer Spring (maandag 23 maart; we zitten inmiddels 415 kilometer verder). Maar de dag van gisteren willen we jullie niet onthouden. Want niet alleen is er geen sneeuw te zien als ik mijn kop naar buiten steek op zondagmorgen, het is ook nog eens druilerig. En dat valt dan nog mee ook, want de hele nacht heeft het geregend dat het zeikte. Excusez le mot. Maar het roffelde aan een stuk door. Genoeg gezeurd…

Jullie dachten toch niet dat we de hele dag ouwe kranten zaten te lezen? Of naar al die zondagse dominees op teevee zitten te luisteren. Want daar is het van vergeven, vanmorgen. Het is de Lord voor en de Lord na. En voor de rest reclame, een uur lang lullen over een stofzuiger, of een Maori dansfestival in Auckland. Maar daar hebben ze in ieder geval goed weer.
Eitje gebakken, plungerkoffie gezet, en de auto in. Rijden in de richting waar het het minst grijs lijkt. Dat is richting Franz Josef Glacier. Amper 25 kilometer. Maar het wonder geschiedt (een kinderhand is gauw gevuld): de bewolking wordt dunner, en we zien zowaar flarden sneeuw op de toppen. Achter ons, bij Fox Glacier, is het nog steeds dicht bewolkt, naar regen.

Franz Josef onthaalt ons bij het begin van de weg omhoog met een kolkende rivier met ijskoud water. Die duikt vanuit het regenwoud ineens op, in een breed bed, zich een weg banend tussen de grote rotsblokken. Typisch voor zowel de Fox als de Franz Josef gletsjer is het feit dat de gletscher vlak bij de kust ligt, en zijn smeltwater afvoert via een stuk regenwoud aan de voet ervan.
Vanaf de brug over de rivier hebben we al een prachtig zich op de donkere kolossen met de eeuwige sneeuw, en het pakijs van de gletsjer. We besluiten het er maar op te wagen: doorrijden naar de parkeerplaats, 4 kilometer verderop, vanwaar je verschillende trails kunt volgen naar de voet van de gletsjer.

Het is er druk. Een informatiebord lat de verschillende trails zien, de kortste is 20 minuten (maar dan ben je nog een heel eind verwijderd van de sneeuw), de langste is anderhalf uur. In een overmoedige bui kiezen we voor de lange route. Immers: het is droog, en er staat niet veel wind, dus het weer zal de komende uren niet veel veranderen. Geen zon, dus geen fel blinkende sneeuw, maar ondanks de dikke bewolking heb je vrij zicht op de gletsjer. Eevn wat luchtiger kleding aan, want de temperatuur is prima: 18 graden. Voor het eerste de alpine wandelstok uit de kofferbak gehaald. Wolph doet alles met losse handen. Maar ik denk vooral bij het afdalen voordeel te hebben van die stok. En dat zal op de terugweg blijken.

De tocht voert aanvankelijk via een stukje regenwoud, houten bruggen over ristelend water en stenige paden in de droge gedeelten van de rivierbedding. Daarna wordt het ruiger. In de diepe kloven gaat het water tekeer als een damesuitje naar de huishoudbeurs. Horen en zien, dus. In de heel verre verte komt Franz Josef nog steeds geen stap dichterbij. Opmerkelijke steenvelden (een soort gneis?) passeren we. Op de stenen roodbruine en groengele korstmossen. Een fantastisch buitenaards gezicht. Prachtig van kleur. Maar ook die stenen functioneren niet als vliegend tapijt. We moeten het toch echt zelf doen. Een Duitser wil ons tijdens een korte stop wel even digitaal vereeuwigen.

Hoe langer de tocht duurt, hoe meer geaccidenteerd het terrein wordt. Hoe meer er geklommen en gedaald moet worden. Bovendien is het pad nogal glibberig vanwege de regenval van vannacht. Kortom: je kunt beter naar een natuurfilm op teevee kijken. Maar we geven het niet op, ondanks de druppels die spaarzaam beginnen te vallen. Dan doen we toch net alsof we Indiana Jones en Calamity Jane uit Grubbenvorst zijn?

We halen het eindpunt. Verder gaat niet, want de Nieuw Zeelandse Rangers hebben een touwtje gespannen. En daar sta je toch maar mooi op nauwelijks 200 meter afstand van de voet van de gletsjer. Een machtige muur van ijs. Hier en daar blauwig of bestrooid met gruis. Met aan de top kartelingen (als een soort haaientanden) van oude sneeuw. Het bewijs dat we hier echt te voet geweest zijn, levert een Amerikaanse backpacker uit Oregon die ons voor deze muur van ijs en sneeuw vereeuwigd.

En dan moet je nog naar beneden. De poten worden moe, maar Wolph dartelt als een veulen de berg af. Die heeft vanmorgen (toen ik even niet oplette) aan de epo gezeten. Ze ontkent in alle toonaarden, maar ik krijg het er vanavond (na wat verantwoorde folteringen) wel uit. Toch zijn we na afloop tevreden over onszelf. Maar een flesje wijn gehaald in de plaatselijke Dairy van Fox Glacier. En opgedronken natuurlijk.








Geen opmerkingen:

Een reactie posten