Het bloggen is geen feest
vanuit het Lake Matheson Motel bij Fox Glacier. Daar reis je dan 20.000 kilometer
voor. De Wifi is op sterven na dood. We geven de moed op. Vandaar dat jullie de
blogs over de afgelopen dagen later te zien krijgen. Pas vanuit Hanmer Spring
(maandag 23 maart; we zitten inmiddels 415 kilometer verder). Maar de dag van
gisteren willen we jullie niet onthouden. Want niet alleen is er geen sneeuw te
zien als ik mijn kop naar buiten steek op zondagmorgen, het is ook nog eens
druilerig. En dat valt dan nog mee ook, want de hele nacht heeft het geregend
dat het zeikte. Excusez le mot. Maar
het roffelde aan een stuk door. Genoeg gezeurd…
Jullie dachten toch niet
dat we de hele dag ouwe kranten zaten te lezen? Of naar al die zondagse dominees
op teevee zitten te luisteren. Want daar is het van vergeven, vanmorgen. Het is
de Lord voor en de Lord na. En voor de rest reclame, een
uur lang lullen over een stofzuiger, of een Maori dansfestival in Auckland.
Maar daar hebben ze in ieder geval goed weer.
Eitje gebakken, plungerkoffie
gezet, en de auto in. Rijden in de richting waar het het minst grijs lijkt. Dat
is richting Franz Josef Glacier. Amper 25 kilometer. Maar het wonder geschiedt
(een kinderhand is gauw gevuld): de bewolking wordt dunner, en we zien zowaar
flarden sneeuw op de toppen. Achter ons, bij Fox Glacier, is het nog steeds
dicht bewolkt, naar regen.
Franz Josef onthaalt ons
bij het begin van de weg omhoog met een kolkende rivier met ijskoud water. Die
duikt vanuit het regenwoud ineens op, in een breed bed, zich een weg banend
tussen de grote rotsblokken. Typisch voor zowel de Fox als de Franz Josef
gletsjer is het feit dat de gletscher vlak bij de kust ligt, en zijn smeltwater
afvoert via een stuk regenwoud aan de voet ervan.
Vanaf de brug over de
rivier hebben we al een prachtig zich op de donkere kolossen met de eeuwige sneeuw,
en het pakijs van de gletsjer. We besluiten het er maar op te wagen: doorrijden
naar de parkeerplaats, 4 kilometer verderop, vanwaar je verschillende trails
kunt volgen naar de voet van de gletsjer.
Het is er druk. Een
informatiebord lat de verschillende trails zien, de kortste is 20 minuten (maar
dan ben je nog een heel eind verwijderd van de sneeuw), de langste is anderhalf
uur. In een overmoedige bui kiezen we voor de lange route. Immers: het is
droog, en er staat niet veel wind, dus het weer zal de komende uren niet veel
veranderen. Geen zon, dus geen fel blinkende sneeuw, maar ondanks de dikke
bewolking heb je vrij zicht op de gletsjer. Eevn wat luchtiger kleding aan,
want de temperatuur is prima: 18 graden. Voor het eerste de alpine wandelstok
uit de kofferbak gehaald. Wolph doet alles met losse handen. Maar ik denk
vooral bij het afdalen voordeel te hebben van die stok. En dat zal op de
terugweg blijken.
De tocht voert
aanvankelijk via een stukje regenwoud, houten bruggen over ristelend water en
stenige paden in de droge gedeelten van de rivierbedding. Daarna wordt het
ruiger. In de diepe kloven gaat het water tekeer als een damesuitje naar de
huishoudbeurs. Horen en zien, dus. In de heel verre verte komt Franz Josef nog
steeds geen stap dichterbij. Opmerkelijke steenvelden (een soort gneis?)
passeren we. Op de stenen roodbruine en groengele korstmossen. Een fantastisch
buitenaards gezicht. Prachtig van kleur. Maar ook die stenen functioneren niet
als vliegend tapijt. We moeten het toch echt zelf doen. Een Duitser wil ons
tijdens een korte stop wel even digitaal vereeuwigen.
Hoe langer de tocht duurt,
hoe meer geaccidenteerd het terrein wordt. Hoe meer er geklommen en gedaald
moet worden. Bovendien is het pad nogal glibberig vanwege de regenval van
vannacht. Kortom: je kunt beter naar een natuurfilm op teevee kijken. Maar we
geven het niet op, ondanks de druppels die spaarzaam beginnen te vallen. Dan
doen we toch net alsof we Indiana Jones en Calamity Jane uit Grubbenvorst zijn?
We halen het eindpunt.
Verder gaat niet, want de Nieuw Zeelandse Rangers hebben een touwtje gespannen.
En daar sta je toch maar mooi op nauwelijks 200 meter afstand van de voet van
de gletsjer. Een machtige muur van ijs. Hier en daar blauwig of bestrooid met
gruis. Met aan de top kartelingen (als een soort haaientanden) van oude sneeuw.
Het bewijs dat we hier echt te voet geweest zijn, levert een Amerikaanse
backpacker uit Oregon die ons voor deze muur van ijs en sneeuw vereeuwigd.
En dan
moet je nog naar beneden. De poten worden moe, maar Wolph dartelt als een
veulen de berg af. Die heeft vanmorgen (toen ik even niet oplette) aan de epo
gezeten. Ze ontkent in alle toonaarden, maar ik krijg het er vanavond (na wat
verantwoorde folteringen) wel uit. Toch zijn we na afloop tevreden over
onszelf. Maar een flesje wijn gehaald in de plaatselijke Dairy van Fox Glacier.
En opgedronken natuurlijk.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten