woensdag 11 maart 2015

DE MOERAKI BOULDERS: BUITENAARDS


Het ontbijt mag dan misschien niet zo exuberant zijn als de afgelopen dagen, maar het is met veel liefde klaargemaakt en erg smakelijk. Jerry is al voor ons vertrek met een kennis vertrokken om wat spullen op te halen in het dorp. Margaret staat er allee voor. Vertelt nog even oven haar zoon de geoloog in Chili, maar bijna gelijk komt er een snik in haar stem als ze memoreert aan haar andere zoon: met 20 jaar gestorven aan kanker. Hetgeen meteen het veganisme van haar andere zoon verklaart. Het afscheid is hartelijk. We hoeven zelf niks te betalen, want dat regelt Airbnb voor ons. 

Even later weer on the road. Naar Dunedin. Naar Raymond. Een afstand van amper 100 kilometer.Even na het middaguur eten we wat vets, en ongezonds bij de Driver Reviver, een ontplofte snackbar langs State Highway no.1. Maar ik loop op de zaken vooruit.

In de ochtenduren - de zon staat al hoog te branden aan de hemel! - keren we nog terug naar Oamaru. Het centrum dateert uit de laatste jaren van de 19e eeuw. De Victoriaanse tijd in Nieuw Zeeland. Statige, majestueuze gebouwen in het centrum. En veel aandacht voor de exploratie van het voor de Schotse en Engelse setllers onbekende Kiwiland: de railway, dus. En de aanleg van de railway. Er is zelfs een heel museum voor ingericht. Buiten staan de oude karkassen van de stoomtreinen prachtig te roesten. En door het dorp loopt nog steeds de rails, zo nu en dan rijdt een toeristentrein zich stuk op het stootblok. De rails loopt gewoon door het dorp, zonder spoorwegbomen op de plekken waar de rails het asfalt kruisen. De stoomfluit moet voldoende zijn. 
Bijna alle gebouwen (veel zuilen, Griekse timpanen etc.) zijn wit, of vaalwit. Maar ze maken nog steeds indruk, ook al zijn zijn ze op de onderste verdieping verkracht door de plaatselijke handel. Winkels, dus. En die zijn bijna overal ter wereld van een murv makende monotonie. Gelukkig hoeven we niks aan te schaffen. Maar gaan wel even bij de bakker binnen voor ambachtelijk brood voor onderweg. Dat wordt ouderwets picknicken. 

En dan staat Moeraki nog op het programma. Volgens de Maori-legende zijn de gigantische ronde rotsen die op het strand van Moeraki te vinden zijn, te kai hinaki:  manden met voedsel en zoete aardappelen, die na een schipbreuk zijn aangespoeld. Later zouden ze zijn versteend als gigantische rotsbollen. En inderdaad, sommige van de boulders (zoals ze nu genoemd worden) lijken wel in een enorm sinaasappelnet te zitten. Grillige lijnen lopen over het gesteente. Voor de fantasieloze burger zijn het natuurlijk gewoon door erosie en beweging gevormde ronde rotsbollen. Ik ga voor de legende van de Maori's. 

Al van heel ver, eenmaal over het duin heen op het stand aangekomen, zie je ze liggen. Magische, donkere bollen die mysteriueus afsteken tegen de heldere lucht en het spetterende licht van de zon die op het water schijnt. Het is ongeveer tien minuten lopen vanaf de parkeerplaats naar de plke waar de boulders als aliens over het stand verspreid liggen.

De hoge, gele rotswand, begroeid met een subtropische vegetatie, maakt het plaatje compleet. Vooral de fel geel bloeiende stekelbrem die in zijn groene jas afsteekt tegen het azuurbluaw van de lucht, doen het hele panorama snel lijken op een in de Stille Zuidzee (maar dat is het hier toch?) gelegen Bounty Eiland. Alleen de hoelameisjes zijn ver te zoeken. 

Wel lopen er winters aangeklede Japanners en Koreanen met kilo's zware lenzen de rotsbollen digitaal voor thuis te vereeuwigen. Net als Wolph en ik. We zijn niet anders. Maar wat moet je? Jer gelooft je ogen niet. En Lucien, Karlijn en Maurice zien ons al aankomen met al die sterke verhalen. Bewijzen willen ze zien. Foto's. En filmpjes. Ze zullen waar voor hun gelkd krijgen, want de gigabytes vliegen er doorheen.

Geen zwaar programma en toch moe 's avonds. En het wordt nog erger: het gaat REGENEN 'savonds. Als we om een uur of zeven bij Raymond op het balkon staan te genieten van het uityzicht is de lucht al volledig dicht getrokken. Niet veel later: REGEN. Maar niet veel later houdt het al weer op. Zin om te koklen heeft Wolph niet. Dus volgen we Raymond via steile afdalingen de stad in. Die straten hier in Dunedin zijn de HEL. Steile wanden, waarover Raymond vaak lopend naar zijn werk gaat. En ook weer terug. Zijn kuiten zijn na een jaar Nieuwe Zeeland die van Jerommeke. Hij neemt ons mee naar de Octagon, hety centrum van de stad. Het wordt japans vanavond. Van alles wat op de kaart staat komt er wat ter tafel. En Asahi, Japans bier. Als we om een uur of half tien buiten komen, Regent het dat het zijkt. Dat wordt een taxi. We zijn niet gek: ons de pleuris lopen tegen een steile wand op!!!




Geen opmerkingen:

Een reactie posten