zaterdag 21 maart 2015

HET KAN NIET OP: LAKE PUKAKI, MOUNT COOK EN QUEENSTOWN IN 1 DAG!


De zon schijnt al uitbundig, als we wakker worden. Voor het eerst tijdens deze reis liggen er voor het ontbijt bagels voor ons klaar. Geen haute cuisine, maar geroosterd is het nog redelijk weg te knagen. Als we de sleutel in willen leveren, blijkt Tracey nog onder de douche te staan. Vanuit het bovenraampje roept ze dat we de sleutel maar op de tafel moeten leggen. Done! En even later snorren we langs het nog matineuze Lake Tekapo richting Queenstown, want dat is het eindpunt van deze dag. Ongeveer 275 kilometer voor de wielen.

Het terrein waar we doorheen rijden laat in eerste instantie onmetelijke grasvlaktes uit The Lord of the Ring zien: een eindeloze dorheid van door de zomerzon geteisterd land. Soms grazen er wat pelotons schapen, bruingrijze in deze streek. Opmerkelijk.En weids. Maar langzaam loopt de weg omhoog, en wordt het ruiger. Glooiende, mosgroene heuvels eerst. Maar in de verte doemen de besneeuwde toppen al op van de grote jongens van de Southern Alps. Zoals de Mount Tasman, en - boven alles uit stijgend de Mount Cook. En daar is weer een uitgestrekt volgend alpine meer: Lake Pukaki. Met de besneeuwde toppen op de achtergrond, en de ervoor hangende slierten wolkennevels wordt hier een  imponerend spektakelstuk opgevoerd.
We zijn nog niet ergens gestopt, of er stopt alweer een bus Chinezen. Met veel kabaal stort de inhoud van de bus zich naar buiten. Het lijkt wel een sprinkhanenplaag, zodra ze en masse hun toestellen tevoorschijn halen, en met zijn allen een soort modern Mao Tse Tung gezicht trekken. Om de familie tot in Mongolie te laten zien dat ze toch heel Nieuw Zeeland gezien hebben..

Een stop in Tarras, op het terras van The Winkly Rams. Om half twaalf zouden er schapen geschoren worden. Maar er wordt geen schaap geschoren, Ze staan of liggen rustig in het zand tussen de houten omheining..Koffie dan maar.
De dalen worden dieper, de col hoger. Maar de grommende Japanner geeft geen krimp.Dat het niet echt opschiet komt door de vele stops onderweg, en dat ligt dus aan ons. Maar met je suffe kop over de Maas uitkijken richting Velden kan altijd nog. En de Cauberg is hier een muggenbult.
Dan moet er ook nog geluncht worden: uit de eigen koelbox. Gezeten aan de houten tafel, en in de schaduw, raken we aan de praat met een Australisch koppel van onze leeftijd. De vent komt oorspronkelijk uit Schotland, maar leeft sinds zijn 8e in Australie. Tegenwoordig in Brisbane. Ze doen een weekje Zuidereiland, en dan nog alleen het onderste deel. Het zijn juist de plekken waar we de afgelopen weken al geweest zijn. Dat schept een band.
Verder, want anders kom je nooit op de plaats van bestemming. Vooral als je onderweg ook nog eens een oud gouddelvers-stadje aandoet, te bereiken over een beweeglijke hangbrug, waaronder een diepe kloof en woest kolkend turkoois water. De Kawarau Gorge Mining Centre, de Otago Goldfields. En we kunnen er echt Duits spreken, met een Zwitsers koppel. Van de bergen zijn ze minder onder de indruk dan wij.Of Arrowtown, een soort Valkenburg, maar dan geheel in cowboystijl opgetrokken. Iets te veel toerisme. 

Om een uur of vier bereiken we het drukke Queenstown. Met enig gemanoeuvreer kan de Toyota geparkeerd worden voor de Blue Peak Lodge. Grote kamer. Het meest noodzakelijk mee naar binnen, de rest kan in de kofferbak blijven. Dan het centrum in.
De omringende bergen weerspiegelen zich in het gladde water. En langzaam kleuren ze al naar de avond. Maar nog mer spektakel komt van de duizenden jongeren, die drinkend, vrijend of grappend op het strand of de gazons liggen. Maar nog opvallender zijn de getattoo-eerde( hoe schrijf je dat?) de leather boys die hier
massaal zijn neergestreken. Onderweg zagen we er al opvallend veel richting Queenstown ronken. Nu weten we ook waarom, want vanavond is er aan de kade bij de haven een groot Harley Davidson festival. Hadden we nou toch maar onze lederen catsuits meegenomen. Jammer, maar dat feest gaat aan ons voorbij.
Om het leed te verzachten eten we bij de Captain een exquise venison (Wolph) en een Angus Beef (ik). Prima keuken,.maar de prijs is er dan ook naar. Voor straf te voet naar boeven wandelen, naar de Blue Peaks Lodge. Geen taxi.







Geen opmerkingen:

Een reactie posten