woensdag 11 maart 2015

RONDJE DUNEDIN: PORT CHALMERS EN TUNNEL BEACH

Om de foto's in groot formaat te zien: klik op een foto, en je kunt alle foto's (per blog) vergroot bekijken.



Vanmorgen vertrekt Raymond, zoals gebruikelijk, naar zijn werk. Met 1 verschil: hij hoeft geen half uur te lopen, want papa rijdt de Toyota Corolla voor, en meneer wordt voor de Otago-deur afgezet. Hoeft ie geen steile hellingen af te dalen, komt ie fris binnen bij mister Otago. Zelf rijden we door naar de Vodaphone winkel in George Street om bij Wolph een sim only kaartje in de mobiel te laten plaatsen, zodat we permanent internet hebben en bereikbaar zijn. Nadeel: we krijgen een nieuw nummer, een Kiwi-nummer. Bij mijn eigen mobiel zou dat mogelijk een probleem gegeven hebben, omdat ik in verschillende bestanden (o.a. bij KLM, Booking, Airbnb etc) mijn eigen mobiele nummer als contactnummer heb doorgegeven. Zo: we zijn dus weer helemaal up to date. Raymond aan het werk. En wij gaan een rondje rondom de baai ((de Otago Harbour Bay) van Dunedin maken, van de noord- naar de zuidkant. Eerst Port Chalmers, en daarna Tunnel Beach. Beide liggen bijna 20 kilometer van elkaar verwijderd. De zon begint door te breken. We zijn er klaar voor. 's Middags rijden we door naar Tunnel Beach. Een spectaculair stuk natuur. Helaas is de tunnel niet toegankelijk, want hoog water verhindert dat. Om er te komen moet er eerst stevig geklommen worden door het duin, en vervolgens steil afgedaald. Niet mijn favoriete bezigheid, dat laatste.Maar na een dik half uur bereiken we de witte rotsen die achteloos lijken te zijn neergestort in de kolkende zee. Het meest vooruit stekende rotsgedeelte heeft inderdaad een tunnel, maar het zeewater golft en spettert er met grote kracht doorheen. Er zit niks anders op dan over de bovenetage te lopen. Het blijkt belegd met een zacht verend groen tapijt. Het kan ook mos of een verlaten golfcourt zijn. Hier en daar is het wat glibberig, en de kliffen over de rand heen zijn steil en hard. Dus even de kop erbij houden. 
Terug naar Dunedin. Even contact met Raymond. Om vier uur is hij afgewerkt, zegt ie. En bovendien heeft hij de komende twee dagen verlof genomen om met ons mee te reizen. We spreken af in het restaurant van het Otago Museum, tegenover zijn werkplek, het Instituut voor Biochemistry. 



Het eerste wat opvalt in Port Chalmers is een gigantisch cruiseschip dat in de haven ligt aangemeerd. De Aurora. Passagiers die van boord gegaan zijn zwerven al door het dorpje. Verder rijden zware vrachtwagens beladen met gigantische boomstammen het haventerrein op. Gevild en afgezaagd in gelijke moetn van een meter of zes. Onderweg hadden we de houtzagerij al gezien. Hier worden ze verladen en verscheept. 

Port Chalmers is vooral bekend door de eerste Engelse settlers die hier vanaf 1848 een nederzetting vestigden. En uiteraard een railway aanlegden voor transport. Verder ontwikkelde de haven zich in de afgelopen eeuw tot een een haven van formaat. Grote scherpen konden hier aanmeren. In Dunedin zelf is dat tegenwoordig niet meer mogelijk, omdat verzanding van de zeehandel aardig dwars zat.
Om een beter zicht te hebben op de haven en de activiteiten die daar plaatsvinden (het haventerrein zelf is niet toegankelijk) volgen we een pad dat langs de steile helling, achter de kerk om, naar boven loopt. Voor Wolph is er een rododendron-tuin ingericht. Maar het uitzicht op de haven en de activiteiten die er het geld binnen brengen is vanaf die hoogte een stuk beter te volgen dan beneden. 

Net als op veel andere plekken die we inmiddels bezocht hebben, is het bijna verlaten, dit natuurwonder. Een enkele verdwaalde Japanner of Koreaan (ja, weer die!), bedolven onder Canon en/of Nikon sjokt moedeloos langs de kliffenrand. Maar ook hij zal met het zweet in alle oksels straks weer arriveren op het kleine parkeerterreintje aan het begin van het wandelpad dat naar Tunnel Beach voert.



Daarna dirigeert hij ons naar een supermarkt aan de rand van het centrum. Daar wordt zijn winkelkar tot de nok volgeladen, zodat hij de komende tijd niet zelf met al die zware flessen de berg op hoeft te zeulen. De kofferbak raakt aardig vol. En Wolph heeft zich bereid verklaard een echt Hollands maal te bereiden voor de avond. Met Nieuw Zeelandse wijn en een Bookbinder (donker Kiwibier)





Geen opmerkingen:

Een reactie posten