dinsdag 31 maart 2015

HET VERHAAL VAN HET GROENE POLSBANDJE: UPDATE 1 van 29-31 MAART

Nu we bijna gedwongen zijn tot verbanning naar Nieuw Zeeland, althans niet in vrijheid door het land kunnen reizen, maken we er maar het beste van. Een dag of vier na de vitrectomie vanwege de netvliesloslating, is er een soort gelatenheid over ons gekomen. Het is niet anders: wachten op het definitieve resultaat van de operatie. In een relatieve rust. We logeren in een soort Norman Bates Hotel uit Hitchcock’s Psycho. Hier in Timaru (want daar zijn we neergestreken voor 2 dagen) heet het onderkomen gewoon Sefton Homestay Bed&Breakfast.  Je schoenen moeten onder aan de trap blijven staan, om vervolgens op kousenvoeten naar boven te sluipen. Op de massieve voordeur is een Jacobsschelp bevestigd. Pas op de dag van vertrek zal ik te weten komen dat onze gastvrouw een aantal jaren vanuit Saint-Jean-Pied-de-Port naar Santiago de Compostela heeft willen lopen. Maar in Astorga, vlak voor de gruwelijke beklimming van O Cebreiro vanwege fysieke problemen op heeft moeten geven.

Mevrouw Bates (maar zo heet ze in werkelijkheid natuurlijk niet) serveert een fantastisch ontbijt ’s ochtends. Gepocheerde eieren, veel fruit, yoghurt en ander gezond voedsel. De tweede dag zitten we een tijd in haar rozentuin te lezen. Geen spoor van Norman.

Maar er zijn meer perikelen. Bij Baby Emma van Maurice en Karlijn is een paar dagen geleden een heel vervelende oorontsteking geconstateerd. Wel 40 graden koorts had ze de afgelopen dagen, slecht slapen, huilerig, grieperig, en nog een heleboel leed. Jammer dat we er niet bij zijn om wat te assisteren. Want voor Maurice en Karlijn gaat het werk gewoon door, en vanwege Emma zijn de nachten kort, en vaak onderbroken.

En dan is er Lucien. Die laat ineens weten dat hij op 31 maart zijn bul uitgereikt zal krijgen. Basisarts!! En wij kunnen daar niet bij zijn. Omdat hij zijn laatste tentamen een week geleden haalde, en op 1 april (geen grap) een toets moet afleggen om in aanmerking te komen voor zijn opleiding tot volwaardig huisarts (die opleiding start pas op 1 september), moet hij formeel in het bezit zijn van zijn bul. In allerijl is er dus een uitreiking georganiseerd. Hollandse flexibiliteit, heet dat.
Het is natuurlijk doodzonde dat we er niet zijn, en dat ook Maurice vanwege Emma’s ziekte verstek moet laten gaan. Maar na terugkomst zullen we een daverend feest organiseren. Dat hebben we hem al via Whatsapp laten weten.

Ondertussen zakken wij geleidelijk af richting Dunedin en Raymond. De eerste dagen na de operatie wilden we toch redelijk dicht in de buurt van Christchurch blijven. Mocht er zich wat voordoen, dan zijn we snel terug bij de kliniek van Southern Eye. Inmiddels ook de rekening ingezien van de operatie: meer dan 11.000 Nieuw Zeelandse dollars. En dan heb ik het nog niet eens over de andere gemaakte medische kosten in Kaikoura en in Blenheim: cash af moeten rekenen. En er komen straks weer nieuwe kosten naar aanleiding van het consult op 7 april. En de kosten van de apotheek.
Gelukkig denkt SOS International fantastisch mee. Het wederzijdse mailverkeer gaat snel, en op vragen krijg ik abrupt antwoord. Zoals over de bijkomende kosten die onder de reisverzekering vallen: retourvlucht, autohuur, extra hotels, afzeggingen etc. Er zal na terugkomst in Nederland nog een heleboel papierwerk wachten. Maar dat is van later zorg. Eerst het verhaal over het Groene Polsbandje.

Sinds haar operatie draagt Gemma een gifgroen polsbandje. Dag en nacht om houden, is het gebod. Mocht er zich op weg wat voordoen, zoals een ongeluk, dan weten de medische diensten wat hen te doen staat. Dit is de tekst op het polsbandje:


WARNING: Gas bubble in eye
Use of Nitrious Oxide (N2O) or change in atmosferic pressure may cause an increase in IOP resulting in blindness. Contact Ophtalmologist on reverse side of bracelet before treatment.
Aan de andere kant worden vervolgens de gegevens van het ziekenhuis en de behandelende specialist in het St. George’s Hospital – Southern Eye in Christchurch vermeld.
Op 30 maart besluiten we een uitstap te maken naar Oamaru, een uur rijden, o.a. om een goed onderkomen met goed werkend internet te zoeken voor de komende dagen. Het weer is prima. Aan de linkerkant de hoge besneeuwde toppen op de blauwgrijze bergen van de Southern Alps. Op Highway no. 1 is het rustig. De zon schijnt. In een van de spaarzame dorpen (een paar huizen aan de mainroad) laat ik de tank nog even voldoen. Het biedt tevens om mijn jekker uit te doen, en ook Gemma ontdoet zich van haar vest, want het begint goed warm te worden.

In Oamaru nemen we de lunch: ik een flink bord wedges (zoek maar op), Gemma een oneetbare betonsoep. Daarna op zoek naar een motel, dat we uiteindelijk vinden na eerst de snelheid van het internet uitgeprobeerd te hebben. Het normale aanbod via Zenbu bevredigt niet, waarna ik de jonge manager van het Avenue Motel vraag of hij zijn eigen internet provider niet ter beschikking wil stellen. Belkin. Dat werkt een stuk sneller. Deal. We nemen de kamer voor twee nachten. We beloven morgen terug te komen van de heel verre achterneef van Jezus (want mager, lange baard, op blote voeten, en zijn jongste kind heet Isaia), en vangen de terugreis naar Timaru aan. En jullie denken al een tijd: waar blijft in godsnaam dat groene polsbandje? Boter bij de vis: hier!

Bij de lunch had ik Gemma al gevraagd waar haar groene polsbandje gebleven was. Ze had het nog niet gemist. Misschien thuis (in Timaru) laten liggen?  Of bij het uittrekken van haar vest in de mouw blijven zitten? Niks in het blauwe vest te vinden.
Ik besluit toch maar te stoppen bij het Caltex tankstation van vanochtend. De licht gehandicapte jongen (zijn moeder hanteert de vulslang), die onze voorruit afgesopt heeft weet het zich onmiddellijk te herinneren. Loopt naar de vuilnisbak naast de pomp, doet de klep open, en vist triomfantelijk het bandje uit de bak. Hij had zelfs de tekst gelezen, zegt ie. Meer dan gemiddeld geïnteresseerd, omdat hij zelf diabetes type I blijkt te hebben, en weet hoe belangrijk zoiets kan zijn. Maar hij kon natuurlijk negens terecht na zijn vondst. We geven hem 5 dollar voor zijn diensten.

En rijden na dit ‘wonder’ door naar Norman Bates. Om daar in de zon in de rozentuin te relaxen. Wolph luister naar muziek op de Ipad, en ik lees in ‘The World according to Garp’. ’s Avonds eten we in Zest, een tot restaurant omgebouwde kapel in het centrum van Timaru. Buiten zakt de oranje zon door zijn hoeven achter de donkerblauwe bergen in de verte. Nog een laatste opmerking: de 2 foto's m.b.t. de Great War (1914-1918) zijn gemaakt aan de harbour-side van Timaru. Daar is in het park een complete site ingericht ter herinnering aan de oorlog. Op 25 april is het ANZAC Day en is het ook Poppy Day, ter herdenking van alle gesneuvelde Nieuw Zeelandse soldaten in die oorlog.





En ik heb er in gelegen!!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten